
“Met jou praten is net als biechten bij een priester die morgen verhuist.”
Ook al doe ik mijn best om een “normale” manager te zijn – mijn collega’s weten beter. Ze beseffen dat ik binnen afzienbare tijd weer weg ben.
En daarom zien ze mij soms als de vertrouwenspersoon waar ze hun eerlijke gedachten aan mij toevertrouwen. Geen intriges, geen filters – gewoon wat er echt speelt:
Dan hoor je van je financieel directeur dat het best prima gaat, waardoor een reorganisatie onnodig was, of dat de HR-manager erkent dat het nieuwe salarissysteem echt zo slecht is – of dat de directeur erkent dat hij niet kan zeggen hoe het bedrijf er echt voor staat – omdat mensen dan de hoop op zouden geven.
Deze openhartigheid komt niet alleen voort uit vertrouwen dat ik mijn mond zal houden – hoewel ik dat natuurlijk doe. Nee, het is iets fundamentelers: ik ben de enige in het gebouw zonder eigen agenda. Geen politieke spelletjes, geen carrièreambities binnen deze muren, geen angst voor represailles van collega’s met wie ik nog twintig jaar moet samenwerken.
Misschien is dat wel het voorrecht van interim werk: je bent er tijdelijk en juist daardoor hoor je wat anderen normaal voor zich houden. Ik word alleen maar geacht om te luisteren – en soms die vraag te stellen, die niemand anders durft.
Dus mocht je ooit een interim manager tegenkomen: bedenk dan dat je tegenover iemand zit die morgen verhuist. Ideaal dus om eindelijk eens te zeggen wat je echt denkt – zonder dat het je de rest van je carrière achtervolgt.
Met warme groeten uit de tijdelijke loopgraven van het bedrijfsleven.
(met dank aan Gemini, ChatGPT, Mistral AI, Genspark, Salvador Dali en Claude voor de inspiratie en het meeluisteren)
