Netwerken en Samenwerking,  Online Leven

Netwerkmoeiheid in De Pers, 28 maart

Ik werd gebeld door een aardige dame, die Bibejan heette. Zij had mijn blog gelezen over mijn social network-burnout en had daar wat vragen over. Altijd leuk natuurlijk: al eerder had ik met veel plezier mijn medewerking verleend aan een krant over een aspect van internet marketing.

Na een half uur praten kwam er een stuk uit en dat zag er al heel leuk uit. Na een paar dagen kreeg ik haar hoofdredactrice aan de telefoon, die ik uit een ver verleden bleek te kennen! Zo zie je maar weer: zelfs met oude media blijven je sociale netwerken werken, of je nu een (Zogenaamde) burnout hebt of niet. ;-D

uit “De Pers” van Vrijdag 28 maart 2008:

Netlog, Higherlevel, Xing: nieuwe netwerken volgen elkaar razend snel op. Met een negatief bij-effect: netwerkmoeheid.
door Bibejan Lansink AMSTERDAM
. . .
Toen Ewout Wolff op 9 februari zijn telefoon aanzette, stroomde zijn in- box vol met verjaardagsfelicitaties. Niet alleen van vrienden, maar ook van volslagen onbekenden. Het gekke was dat hij die dag helemaal niet jarig wás. Na enig speurwerk vond hij de schuldige: Plaxo, de online verzamelmachine voor visitekaartjes. Daarop had hij, moe van het telkens weer opnieuw aanmaken van een profiel, uit balorigheid een verkeerde geboortedatum ingevuld. Adviseur internetmarketing Wolff had al een profiel op MySpace, Facebook, Hyves, LinkedIn en Twitter.

Hij is niet de enige. Volgens internet analist comScore gebruikt 6,2 miljoen van de Nederlandse internetters een sociaal netwerk. En vaker meerdere, want alleen al de top-drie, Hyves, Windows Live Spaces en Blogger, trekt samen bijna negen miljoen bezoekers.

De top lijkt echter bereikt. Sterker: dat getal kan wel eens flink gaan teruglopen als de ontwikkelingen in de Verenigde Staten een voorbode zijn. Daar is het publiek van het grootste
netwerk MySpace in een jaar tijd met een kwart geslonken. In Engeland kreeg Facebook in twee maanden tijd 400.000 bezoekers minder. De oorzaak: netwerkmoeheid. Veroorzaakt door het creëren van een alsmaar toenemend aantal accounts op sociale websites.

Wolff is de eerste om de voordelen van de vrienden-van-vrienden-netwerken te roemen. ‘Je houdt contacten bij die anders verwateren en blijft op de hoogte van mensen die je interessant vindt.’ Maar dat Plaxo al zijn gebruikers drie dagen eerder attendeerde op Wolffs imaginaire verjaardag, ging hem te ver.
Ook internetsocioloog Al bert Benschop, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, benadrukt in eerste instantie de verrijking van webgebaseerde sociale netwerken. ‘Je hebt warme connecties zoals die met goede vrienden, en zwakke connecties met vage bekenden. Juist die laatste groep, die je op internet bereikt, kan je nuttige informatie opleveren.’

Het probleem zit hem in de hoeveelheid verschillende netwerken. Een belangrijk verschil met een fenomeen dat in 1998 al door Zweedse wetenschappers werd beschreven: interaction overload. Waar het er toen vooral om ging hoe om te gaan met interactie waar je geen zin in hebt, is het probleem van de huidige netwerkmoeheid dat je ‘vrienden’ zich steeds weer op de ‘next best thing’ storten. En jij er wel achteraan zult moéten, wil je ze niet kwijtraken, althans virtueel.

Volgens Benschop is dat de paradox van de wildgroei aan netwerken. ‘Ik noem het de ‘Balkanisering’ van het web. Het kost te veel tijd om je sociale contacten van Hyves tot Facebook in te voeren. Daardoor verworden al die netwerken tot geïsoleerde eilandjes en verlies je sommige uit het oog.’ De verleiding je aan te melden bij een nieuw netwerk is echter groot, vindt Wolff. ‘Juist omdát het nieuw is.’ Niets willen missen blijft de grote aantrekkingskracht. Het zijn aandachtsmachines die je niet zomaar stop kunt zetten.’

Het zou helpen wanneer je de relaties van al die netwerken centraal kunt beheren, net zoals met e-mail. De afwezigheid van een universele identifier, zoals het burgidentificatienummer in het echte leven, is een belangrijke oorzaak van net werkmoeheid. Het gekke is dat zo’n universele standaard al bestaat (opgesteld door het gerenommeerde internationale internetconsortium WC3.org), maar dat aanbieders als Yahoo en Microsoft zich er niet aan houden.

Albert Benschop: ‘Een protocol zorgt ervoor dat je profiel overal herbruikbaar is, en dat relaties en berichten uitwisselbaar zijn. Dan zou één keer inschrijven bij welk netwerk dan ook voldoende zijn. Maar bij het uitwissel baar maken van klant gegevens hebben die aanbieders weinig belang.’
In de tussentijd zit er niets anders op dan je te beperken tot de netwerken waar je het meeste uithaalt. Wolff dropte het zakelijke Xing en blokkeerde contacten die weinig toevoegden. Zoals de Twitter-relatie die hem per seconde van zinloze feeds voorzag. ‘Van: ‘Ik denk dat ik zo naar de WC ga.’, tot: ‘Ik ga er nu vanaf’.’

Ook websocioloog Benschop is voorstander van het fatsoenlijk opschonen van een vervuilde kennissenkring op het web. Helemáál afzijdig blijven van sociale netwerken, of je uit frustratie overal afmelden, is anno 2008 geen optie meer, meent hij. ‘Dan mis je te veel. Het is zaak de juiste balans te vinden tussen het een en het ander. Wie zoveel aan het Twitteren, Flickren of bloggen is dat ie niet doorheeft dat zijn vriendin al weken niet meer bij hem in huis woont, leeft iéts te veel online.’
———————————————————————————

Voor de regelmatige lezers van dit blog: uiteraard blijf ik dit blog trouw ! Zoals jullie misschien hebben gemerkt, ging mijn frequentie van bloggen langzaam omhoog. Tot mijn laatste post over email: vooral van Jacques en Henk Jan heb ik zulke interessante links gekregen, dat ik even tijd nodig heb om mij goed in te lezen. Dat krijg je ervan als je jullie aan het denken zet!
(zal het nooit meer doen!)

Verwacht dus volgende week een vervolg op de post over “email moet anders!”